Oorlogsmonument Noardburgum
Oorlogsmonument Noardburgum - Eelke Scherjonstrjitte 3

In de jaren van de Tweede wereldoorlog

zijn er mensen in ons dorp die hun leven gaven voor onze vrijheid.

Op deze pagina de namen en de verhalen van hen die we graag
in herinnering willen houden.

 

 

Fokke Polet

Fokke Polet werd geboren op 3 januari 1905 te Stiens en is  overleden op 3 mei 1943 te Noordbergum (gemeente Tytsjerksteradiel). Hij was gehuwd met Hiltje Hietkamp. Zij hadden drie kinderen. Fokke Polet was landarbeider, landbouwer, veehouder en veekoopman.

In de meidagen van 1940 diende Polet als militair in het Nederlandse leger. Eind april 1943 weigerde hij terug te keren in krijgsgevangenschap.
Fokke Polet had vanaf het begin van de Duitse bezetting een principieel anti-Duits en anti nationaal socialistische houding aangenomen. Soms ging dit gepaard met felle uitlatingen. Zijn mening stak hij tegenover niemand onder stoelen of banken. Toen in mei 1943 de zogenaamde Meistaking uitbrak als protest tegen de Duitse verordening dat ex-militairen van het Nederlandse leger zich weer in krijgsgevangenschap moesten melden, behoorde Polet tot één van de leidinggevende figuren van deze staking in zijn woonplaats en de directe omgeving daarvan. Op 3 mei 1943 zou in een bos nabij Bergum een vergadering worden gehouden om sabotagemaatregelen en diverse verzetsdaden te organiseren. Samen met Elzinga reed hij naar de vooraf besproken plaats. Vermoedelijk door verraad was de Sicherheitspolizei (in de volksmond Grüne Polizei genoemd) op de hoogte van de plannen.

Om ongeveer kwart over vier, fietsten Fokke Polet,
38-jarige boer uit Noardburgum, en Jonas Elzinga, een
32-jarige fietsenmaker uit Tytsjerk, over de Zomerweg bij
Noardburgum. Ze reden naast elkaar, maar gingen achter elkaar fietsen toen van de andere kant twee Duitse auto's naderden.
Bij het passeren van die auto's, waarin Grünen zaten, werd op de beide mannen geschoten, zonder dat er enige aanleiding toe was. Polet en Elzinga waren meteen dood.

De naam van Polet staat vermeld op het oorlogsmonument aan de Eysingaweg in Rinsumageast. Op zijn graf staat de toorts van de Stichting Friesland 1940-1945.

 


Harmen de Vries

Harmen de Vries werd geboren op 4 mei 1918 te Bergum en overleed op 16 april 1945 te Noordbergum.
Hij was lid van de Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) en van beroep klompenmaker.


De 26-jarige Harmen uit Noardburgum stond op de ochtend van 16 april 1945 op wacht bij het hek van het waterleidingsgebouw in Noordbergum.
Dit cruciale punt voor de provincie Friesland werd bewaakt om te voorkomen dat terugtrekkende troepen van de bezetter de zaak zouden opblazen.

 

Terwijl hij het gebouw bewaakte, rukten Canadese troepen op in de richting van Dokkum en Leeuwarden.


Op 16 april 1945 passeerde er een auto met oranje versiering. De Vries dacht dat het medestanders waren en stak zijn hand op.
Er werd vanuit de auto op hem geschoten. 
De Vries stierf vrijwel onmiddellijk; hij was in het hart getroffen. Wie verantwoordelijk is geweest voor de moord is nooit duidelijk geworden. De Vries werd begraven op het Noardburgumer kerkhof.


 


In de toegangshal van het drinkwaterpomp-station van de NV Waterleiding Friesland (VITENS) te Noardburgum bevindt zich een monument met de tekst:
 
EVERT SIJBESMA
* 18-5-1918 † 14-4-1945


TJALLING TALMA
* 24-7-1907 † 15-4-1945


HARMEN DE VRIES
* 4-5-1918 † 16-4-1945



LEDEN FAN DE BINNENLANSKE STRIIDKREFTEN
FALLEN YN FERBAN MEI DE BEFEILIGING FAN DIT
POMPSTASJON BY DE BEFRIJING FAN FRYSLAN'


Jonas Elzinga

Jonas Elzinga was rijwielhersteller en lid van het Gereformeerd verzet. Tijdens de April-Meistaking van 1943 zijn de Noordbergumers Elzinga en Fokke Polet op hun fiets vanuit een rijdende Duitse auto door zogenaamde Grünen (Duitse politie) op de hoek van de Zomerweg en de Kloosterlaan doodgeschoten, nadat ze hadden geweigerd zich bij de Duitse instanties te melden.
(2 personen ontkwamen)

 


Evert Sijbesma

Evert Sijbesma werd geboren op 18 mei 1918 te Tzummarum. Hij was  melkventer van beroep.
 Evert Sijbesma overleed op 14 april 1945 te Noordbergum. Evert is begraven in Tzummarum op 19 april 1945 in een kerkelijk graf, dat eigendom van de familie is en dus niet onder de zorgen van de Oorlogsgravenstichting valt.
Stichting Friesland 1940-1945 neemt de kosten van het graf voor zijn rekening.

Tjalling Talsma

Tjalling Talma werd geboren op 24 juli te 1907 te Wouterswoude en hij overleed op 15 april 1945.

 

Noordbergum, negen uur ’s avonds.
BS-aanvoerder Wim van Oosten wil versterking van de groep Bergum om het Toutenburg-bos uit te kammen.
Teade Kingma wordt naar Bergum gestuurd. Als Teade terugkomt, ziet hij geen wachten meer staan bij de boerderij van Oostenbrug. Hij ziet koerierster Griet van der Meulen met een schaal water van de regenbak komen.
Binnen in de woonkamer van de boerderij ziet Kingma een tafereel dat hij nooit zal vergeten. Zes verzetslieden staan verslagen rond twee lichamen op de grond.
Evert Sybesma uit Tzummarum, in de groep bekend als Bouke Kingma, is er slecht aan toe. Hij is door een kogel geraakt.
Tjalling Talma uit Feanwâldsterwâl is geraakt in het linkerdijbeen. Talma en Sybesma hebben op wacht gestaan op de dam voor de boerderij.


Toen drie fietsende Duitsers, met daarachter een auto met soldaten, kwamen aanrijden is Talma naar binnen gerend om Wim van Oosten te waarschuwen. Die heeft opdracht gegeven aan de wachten om zich terug te trekken. Maar toen Talma weer kwam werd al geschoten. Rennend naar de dam heeft hij geprobeerd te vuren, maar zijn stengun weigerde. Een Duitse kogel sloeg hem tegen de grond. De anderen die naar buiten kwamen, konden de Duitser enkel nog achterna schieten.
Evert Sybesma hebben ze bloedend bij een van de hekpalen op de dam gevonden. Nu zijn jongens onderweg om dokter Poppinga te waarschuwen. Maar het duurt lang. Dan wordt besloten de vrouw van dominee Van der Wal van Quatrebras te halen. Zij is verpleegster geweest. Dominee komt ook mee. De zwaar gewonde Evert Sybesma is bij kennis en vertelt aan de dominee dat hij de volgende dag belijdenis van zijn geloof had willen doen, nu de bevrijding daar is. Hij zegt dat hij dat nu niet meer op aarde kan doen, „mar moarn sil ik by Him wêze”.


De woorden en de berusting van Sybesma maken diepe indruk in de kamer.
Dokter Poppinga is nog niet verschenen. Teade Kingma gaat er op uit om dan maar dokter De Groot van Veenwouden te halen. Op de terugweg worden Kingma en De Groot aangehouden door Duitsers, maar het gaat op het nippertje goed. Als dokter De Groot en de inmiddels ook aangekomen dokter Poppinga Talma behandelen, horen ze buiten de boerderij geratel van wagens en paardengetrappel.
De lamp wordt op de grond gezet en iedereen houdt zich muisstil. Angstige spanning wanneer de groep Duitsers voor de boerderij stilhouden. Er klinken laarzen op het pad naast de boerderij. Gelukkig halen de soldaten alleen maar water uit de put en even later zet de stoet zich weer in beweging.


Als Kingma tegen drie uur in de nacht van de wacht voor de buitendeur terugkomt, hoort hij dat Evert Sybesma is overleden.
Tjalling Talma zal die zondag naar het noodziekenhuis in Bergum worden gebracht. Daar zal zijn toestand opeens veel ernstiger blijken dan vermoed. Talma overlijdt in de loop van de middag aan zijn verwondingen.

 

 



Artikel uit de Heidepreat

Geschreven door Johan van der Meulen



Artikel uit de Westereender juli 2020